De winterspelen zijn voorbij. Voor sporters zit een 4-jarige cyclus er weer op. Er is tijd om blijdschap of teleurstelling een plek te geven en tot rust te kunnen komen. Een deel van de sporters ervaart deze periode echter als onprettig. In de media wordt dit ook wel de post Olympics blues genoemd. Een periode van leegte en somberheid. Sporters bereiden zich volledig voor op de Olympische Spelen, maar niet op de periode daarna. Dat is goed te begrijpen, maar volgens deskundigen een reden tot zorgen.

Voor Olympiërs zijn de spelen de levenslange droom die ze hebben. Een droom die voor sommigen een nachtmerrie kan worden. Het gevoel gefaald te hebben kan ontstaan. Sporters geven ook aan  het gevoel te hebben een ‘product’ te zijn. Alsof ze alleen gemaakt zijn om medailles te winnen. Daardoor voelen ze zich niet altijd meer gezien als mens. Dit staat bekend als ‘mechanical dehumanisation’: Het gelijk trekken van lichamen met machines. Er is geen ruimte voor emoties of warmte. Dit geeft behoorlijk wat druk voor de sporters. Alleen medailles tellen, overige prestaties tellen niet mee. Na de Spelen kunnen ze geconfronteerd worden met teamgenoten die wel bejubeld worden door de media, terwijl ze zelf achter het net visten. Natuurlijk, niet alle sporters zullen dit zo beleven.

Sporters worden klaar gestoomd om te winnen, maar niet om met de winst of het verlies om te gaan. In een onderzoek werden de sporters zelf gevraagd wat zij nodig hebben als de Spelen voorbij zijn. Sociale steun is belangrijk in deze fase. Helaas kampen coaches, stafleden en andere sporters in deze fase ook vaak met vermoeidheid, zijn niet beschikbaar of hebben zelfs een burn-out. Een suggestie die wordt gedaan is het opzetten van peer-groups, groepen waar sporters met elkaar kunnen bijpraten en elkaar kunnen steunen. Sportpsychologen zijn hier niet altijd nodig of beschikbaar; maar kunnen wel een rol spelen. Een kritiekpunt van sporters is wel dat de sportpsycholoog onafhankelijk moet zijn. Sommige sporters nemen een eigen sportpsycholoog in de hand zodat vertrouwelijkheid gewaarborgd blijft. Informele steun kan ook voldoende zijn.

Voor sporters lijkt het dus van belang te zijn dat ze gezien worden als mens en niet als ‘medaille’ machine. In de ogen van de media, maar ook in die van naasten.

Bradshaw, H., Howells, K., & Lucassen, M. (2021). Abandoned to manage the post-Olympic blues: Olympians reflect on their experiences and the need for a change. Qualitative Research in Sport, Exercise and Health, 1–18. https://doi.org/10.1080/2159676x.2021.1993974