Na een langdurige blessure had ik veel moeite om weer met vertrouwen op het veld te staan. Dit speelde zowel lichamelijk (bang om opnieuw geblesseerd te raken) als prestatiegericht (angst om niet meer zoals voorheen te kunnen voetballen). Hierdoor was ik tijdens het voetballen bijna niet meer met het spel zelf bezig, maar was ik constant in mijn hoofd bezig met de fouten die ik maakte en vermeed ik onbewust bepaalde dingen uit angst om weer geblesseerd te raken. Mijn trainer raadde mij in een gesprek destijds aan om eens contact te zoeken met een sportpsycholoog voor mentale begeleiding bij mijn blessure. Vanuit hier heb ik toen deze keuze gemaakt.

Het gaan naar de sportpsycholoog in Het Omnium heb ik erg positief ervaren. Ik kon mijn verhaal kwijt, zonder dat de sportpsycholoog hier een oordeel over had. Daarnaast was niets fout en wilde hij je met alles helpen. Hierdoor voelde het voor mij vertrouwd om eerlijk mijn gehele verhaal te doen. Doordat ik dit gevoel vanaf het begin had, zag ik ook sneller verbetering in de dingen waarmee ik worstelde. 

Ik merk dat ik anders naar mijn gedachten ben gaan kijken. Als ik een fout maakte (in zowel sport, dagelijkse leven en werk) kon ik daar heel erg in blijven hangen. Door mijn bereidheid te trainen kan ik beter mijn gedachten ‘bedanken’ en doorgaan met wat ik zelf graag wil zonder in die gedachten te blijven hangen. Hierdoor ervaar ik meer rust en plezier in de dingen die ik doe.


Voetbalster 

Super tevreden!
Het betreft een voetblessure waar maar geen verbetering in zat. Verschillende “professionals” zijn ermee bezig geweest zonder resultaat, totdat we in Het Omnium Groningen terecht kwamen onder leiding van de zeer betrokken en kundige fysiotherapeute Malou Alferink van het MCZ. Alles kon op korte termijn op één dag ingepland worden wat zeer prettig was. In Het Omnium troffen we de sportarts Hans de Vries van het Martini Ziekenhuis en podoloog Siemen Oude Booijnk van Schutrups. Dit zijn dus echte professionals! Ze kwamen met de juiste diagnose en eveneens een goed/strak plan, BAM BAM BAM! Geweldig, de topsporter weet à la minute waar ze aan toe is! Dezelfde dag nog werden de zolen aangepast aan de nieuwe schoenen en kon er weer op Papendal getraind worden. De resultaten zijn na twee weken al erg goed. Ook de communicatie is uitstekend. Als topsporter word je hier serieus genomen en dat kunnen ze niet overal zeggen! Malou, Siemen en Hans heel veel dank. Jullie zijn behalve erg deskundig ook nog eens heel prettig in de omgang!

Familie Knollema

Nog niet zo heel lang geleden omschreef Harm Rutgers zichzelf als a-sportief. “Eerlijk gezegd had ik een hekel aan sport.” Aangespoord door zijn vrienden begon hij in 2017 toch met hardlopen en wielrennen. Niet heel fanatiek, maar de basis was gelegd. In het voorjaar van 2018 werd hij geattendeerd op het sportmedisch onderzoek in het Martini Ziekenhuis. “Ik was benieuwd naar mijn algehele conditie en belastbaarheid.” Harm meldde zich aan, veranderde zijn leefstijl en plukt daar nu de vruchten van. “Ik voel me superfit.”

Het onderzoek

Het Martini Ziekenhuis biedt verschillende sportmedische onderzoeken waaraan iedereen zonder verwijzing kan deelnemen. Na het invullen van een sportmedische vragenlijst werd Harm door sportarts Mirjam Steunebrink lichamelijk onderzocht. “Zij bepaalde mijn lengte, gewicht, mijn vetpercentage en mijn body mass index (BMI), een maat voor mijn gewicht in relatie tot mijn lichaamslengte.” Daarna volgde bloedonderzoek en een inspanningstest op de fiets, inclusief ECG (hartfilmpje).

De uitslag

Na deze onderzoeken kon Harm zich even opfrissen, waarna hij direct de uitslag kreeg. “Mijn conditie was gemiddeld en mijn BMI te hoog,’ vat hij samen. Op basis van de resultaten formuleerde sportarts een advies op maat. ‘Zij gaf aan welke hartslagzone ik moet aanhouden om mijn conditie te verbeteren en mijn BMI te verlagen. Sindsdien gebruik ik tijdens het hardlopen en wielrennen een hartslagmeter. Zo train ik altijd op het juiste niveau.”

Meer energie

Vier maanden na zijn groot sportmedisch onderzoek liet Harm zich opnieuw onderzoeken. De resultaten stemden hem én zijn sportarts zeer tevreden. “Mijn vetpercentage was gezakt, mijn BMI gezond en mijn conditie was met sprongen vooruit gegaan.” Harm voelt zich letterlijk beter. “Ik heb veel meer kracht en energie.”

De meerwaarde van het sportmedisch onderzoek was voor Harm tweeledig. “Ten eerste kreeg ik concrete doelen aangereikt, zoals streefgewicht en vetpercentage. Daar kon ik gericht naartoe werken. Daarnaast vormde het onderzoek een belangrijke motivatie om letterlijk extra stappen te zetten. Ik ben bewuster gaan leven en ik vind sporten ondertussen hartstikke leuk. Dit traject kan ik iedereen aanbevelen.”