Als je de informatie op verschillende websites mag geloven, zou je denken dat eiwit een soort wondermiddel is dat zorgt voor veel spiermassa en kracht. Het is bewezen dat eiwitten uit voeding de aanmaak van lichaamseigen eiwit stimuleert, de afbraak van spiermassa voorkomt en ervoor zorgt dat je spieren zich kunnen herstellen na inspanning. Er is echter geen bewijs dat het eten van meer eiwit dan je nodig hebt, ook meer spiermassa of kracht oplevert. Meer is dus niet per definitie beter! Sterker nog, als je zo gefocust bent op veel eiwitten eten, kom je misschien brandstoffen (koolhydraten en vetten) tekort om optimaal te presteren.

Eiwitten in het lichaam

Eiwitten uit je voeding worden in je lichaam afgebroken tot de bouwstenen van eiwitten, de aminozuren. Je lichaam kan aminozuren omvormen tot een nieuw eiwit met een unieke functie in het lichaam, zoals een enzym, een hormoon of een eiwit dat zuurstof vervoert zoals hemoglobine. Wanneer je lichaamseigen eiwit wordt afgebroken komen aminozuren vrij. Deze aminozuren leveren brandstof, maar het betekent ook dat je lichaam zichzelf aan het opeten is. Om te voorkomen dat eiwit gebruikt worden als energiebron, is het belangrijk om voldoende koolhydraten en vetten als energiebron beschikbaar te hebben in je lichaam. Door de energie-inname uit koolhydraten en vetten in balans te hebben met het energieverbruik, kunnen eiwitten uit de voeding gebruikt worden als bouwstof voor de eiwitopbouw (ook wel eiwitsynthese genoemd).

3 redenen waarom je eiwit moet eten:

  • Om te zorgen dat je meer spiermassa en daardoor kracht ontwikkelt; 
    Er vindt continu eiwitopbouw en -afbraak in je lichaam plaats. Dit proces wordt de eiwit-turnover genoemd en gebeurt met behulp van eiwitten uit voeding en lichaamseigen eiwitten (spieren). De eiwitten worden dus als het ware door je lichaam gerecycled.
  • Voor het herstellen van spierschade;
    Deze spierschade loop je op tijdens een intensieve en/ of langdurige inspanning. Dit uit zich in kleine spierscheurtjes. Het herstellen van deze scheurtjes gaat sneller wanneer je voldoende eiwitten uit je voeding binnenkrijgt.
  • Om spiermassa te onderhouden. Gemiddeld heb je als sporter meer spiermassa dan een niet-sporter. Dit is een gevolg van je training. Voor het onderhouden van deze spiermassa heb je eiwit nodig.

Hoeveel eiwitten heb je nodig?

De richtlijn voor volwassenen in Nederland is 0,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag. Voor iemand van 75 kg komt dit neer op 60 gram eiwitten per dag. Onder normale omstandigheden eet bijna iedereen meer dan deze richtlijn. Voor sporters gelden andere richtlijnen. Internationale richtlijnen geven voor sporters 1,2-2,0 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag aan. Jouw eiwitbehoefte hangt af van de type sport die je doet, hoe vaak je traint en hoe getraind je bent. Als beginnende sporter heb je meer eiwitten nodig, omdat je spiermassa aan het opbouwen bent. De richtlijn maakt ook een verschil tussen duursporters en krachtsporters. Een duursporter heeft 1,2-1,4 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht per dag nodig en een krachtsporter 1,5-1,8 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht.  

Timing van eiwitten

Een algemeen advies is om 4-5 eetmomenten met minimaal 20 gram eiwitten te gebruiken. Zorg er dus voor dat je de eiwitten goed over de verschillende eetmomenten verdeelt, om zo de eiwitsynthese zo optimaal mogelijk te laten verlopen. De grootste uitdaging zit in de nacht, waar je gedurende een langere periode geen eiwitten binnenkrijgt. Om de spiereiwitsynthese gedurende de nacht te stimuleren en te voorkomen dat je spiermassa verliest tijdens het slapen, kun je voor het slapen gaan een eiwitrijke snack nemen.

Tot slot: heb je een eiwitshake nodig?

In sommige situaties heeft het zin om eiwitten als supplement (eiwitshakes) te gebruiken. Veel sporters beseffen echter niet dat er veel winst te behalen is in de basisvoeding (zie blog: Het opbouwen van je voeding voor de beste prestatie) en met timing.

Wil je weten of je voldoende eiwitten binnenkrijgt en uit welke bronnen je de eiwitten het beste kunt halen? Neem dan eens een kijkje bij de diëtisten van het Omnium: Topdiëtisten.

Op zoek naar eiwitrijke recepten? Neem eens een kijkje op ons YouTube kanaal: YouTube kanaal Topdietisten

Gebruikte bronnen voor dit artikel:
  1. I’m a Foodie Presents (2017). Eet als een atleet (1e ed.). Amsterdam, Nederland: I’m a Foodie Publishing

Er zijn momenten dat ik onwijs kan genieten en met mijn handen in de lucht sta na het behalen van een prestatie van één van mijn sporters. Een prestatie op sportgebied, of wanneer een sporter na een lange revalidatie weer op het veld staat. Maar vooral wanneer ze het vertrouwen in hun lichaam en hun functioneren terugkrijgen.

Return to Sport na VKB letsel of reconstructie

Maar er zijn ook momenten dat ik met mijn handen in mijn haren sta. Soms is het erg lastig om een bepaalde blessure te behandelen. Ik zie met name veel knie- en schouderklachten op het MCZ. Binnen de knierevalidatie zien we veel voorste kruisband (VKB) letsels en reconstructies. We weten dat 6-20% van de voorste kruisband revalidanten te maken krijgt met een nieuwe VKB blessure in dezelfde knie of de contralaterale (de andere), knie.

Tevens keert slechts 65% van de amateursporters terug op pre-operatief niveau van sporten. Veel sporters komen dus niet zo snel meer op het niveau als waar ze op zaten voor hun blessure. Tot op de dag van vandaag heeft de wetenschap moeite om ons als fysiotherapeuten te vertellen wat de reden hiervoor is. Wat zijn de variabelen waardoor een recidief ontstaat? En wanneer zou een sporter weer terug moeten keren na een VKB reconstructie?

Variabelen naast factor tijd

Wij zijn van mening dat er nog teveel wordt gekeken naar het tijdspad in plaats van andere mogelijk relevante aspecten binnen de revalidatie.. In 85% van de studies bleek dat revalidatietijd een Return to Sport (RTS) criteria was en in 44% zelfs het enige criteria voor groen licht om terug te keren in de sport. Zo proberen wij meer variabelen mee te nemen in het objectiveren van de status in een VKB revalidatie, zoals:

  • Limb Symmetry Index (LSI). We streven naar een peak torque verschil van de quadriceps en hamstring beneden de 10%.
  • Landingstechniek in geïsoleerde situatie (knie flexie en valgus). Zie de afbeelding hieronder voor een visuele presentatie van flexie (knie buiging) en valgus (x-benen). Hoe meer flexie en hoe minder valgus, hoe beter. De afbeeldingen laten een analyse zien door collega Bewegingswetenschapper Wouter Welling Msc.

Optimalisatie huidig predictiemodel

Uit onderzoek blijkt dat RTS en recidief na VKB letsel en reconstructie een multifactorieel probleem is. We werken momenteel aan een nieuw model dat nog meer variabelen mee moet nemen in de criteria om weer terug te mogen keren op het veld dan in het huidige model wordt genoemd;

  • Biomechanica op het veld om sport specifieker te meten in een minder laboratorium setting. Zie de afbeelding hieronder voor een visuele weergave hiervan. We kijken dan naar de kniehoeken (flexie en valgus): hoe beweegt de knie op het veld?
  • Kracht (peak torque) genormaliseerd op lichaamsgewicht. We streven ernaar dat mensen 300% van hun lichaamsgewicht weg kunnen duwen met hun quadriceps. Dus niet meer alleen een links-rechts verschil maar gebaseerd op het lichaamsgewicht.
  • Conditie, in hoeverre speelt een slechte conditie een rol in de belasting op het knie gewricht en de gereconstrueerde kruisband?
  • Psychologische factoren(bijvoorbeeld angst voor recidief).

En nu?

Binnen het orthopedie sportfysiotherapie team van MCZ proberen we met ambitieuze fysiotherapeuten en bewegingswetenschappers antwoord te vinden op de vraag welke factoren een rol spelen in het proces richting optimale RTS. Onze interesse om dit model te optimaliseren wordt gestimuleerd door de vele patiënten die we zien (zowel post operatief of na voorste kruisband letsel) en onze behoefte in het blijven ontwikkelen van de huidige revalidatie vanuit de wetenschap.

Terwijl wij onze revalidanten helpen met de op dit moment best mogelijk revalidatieprincipes zullen wij blijven zoeken! Voor meer informatie kunnen jullie de blogs van mijn collega Wouter Welling in de gaten houden, hij schrijft elke maand een blog voor de Knee Community.

De afgelopen jaren heeft voeding een steeds belangrijkere plaats gekregen in de sportwereld. De juiste voeding op het juiste moment draagt bij aan het verbeteren van het effect van de trainingen, een beter herstel na de trainingen en een betere lichaamssamenstelling. Logisch dus, dat ook diëtisten een plek hebben in het Omnium, de locatie voor iedere (beginnende of top) sporter!

De sportvoedingspiramide

Als sportdiëtist begeleiden en adviseren wij al jarenlang veel sporters op diverse niveaus, van topsporter tot de recreatieve sporter. Een handig hulpmiddel bij het adviseren van voeding aan sporters is de zogenaamde sportvoedingspiramide. Deze piramide bestaat uit drie lagen, te weten:

  • basisvoeding;
  • sportspecifieke voeding; 
  • en sportvoedingssupplementen.

Het fundament van de piramide

De onderste laag van de piramide is het fundament. Deze laag bestaat uit gezonde basisvoeding. Denk hierbij bijvoorbeeld aan volkorenbrood, fruit, groente, zuivel, zilvervliesrijst, aardappelen, vis en kip. Hiermee krijg je over het algemeen voldoende energie binnen om te kunnen trainen, voldoende eiwit voor opbouw en herstel van je spiermassa en voldoende vitamines en mineralen voor allerlei ondersteunende processen in je lichaam. Of je nu sport voor je plezier, om sterker te worden, om af te vallen of om lekker fit te blijven…..deze onderste laag is voor iedereen een goed uitgangspunt.

Verder opbouwen

De tweede, iets kleinere middenlaag, is de voeding die een sporter als aanvulling voor, tijdens of na de inspanning neemt. Hiervoor kun je voedingsmiddelen kiezen die uit de basislaag komen. Kwark is bijvoorbeeld een gezond voedingsmiddel uit de onderste laag, maar kan ook goed ingezet worden om te herstellen na de training. Veel sporters denken bij deze laag direct aan sportrepen, gelletjes en sportdranken. Meestal is dit pas aan de orde als je niet meer goed uitkomt met voeding uit de onderste laag. Je kunt je voorstellen dat als je meedoet aan een triathlon dat je sportdrank, sportrepen en sportgels bij je hebt om voldoende energie binnen te krijgen, de zogenaamde sportspecifieke voeding. 

Het topje van de piramide

De vorm van de piramide maakt meteen duidelijk hoe groot de bijdrage is van sportvoedingssupplementen. Ze zijn slechts het topje van de piramide. Hierbij kun je denken aan extra vitamines- en/of mineralen of aanvullingen die je sportprestatie kunnen verbeteren zoals bietensap of cafeïne.

Draai het niet om

Veel beginnende sporters draaien de sportvoedingspiramide vaak om, en beginnen met het nemen van sportvoedingssupplementen. Ze denken dat die noodzakelijk zijn om goed te kunnen presteren. Denk er aan; voor de beste prestaties leg je eerst een stevig fundament en vervolgens ga je verder bouwen. Wil je weten hoe je dit fundament precies bouwt? Neem dan eens een kijkje bij de diëtisten van het Omnium: Topdiëtisten. 

Zo’n 60.000 gedachten gaan er per dag door ons hoofd heen. Als het gaat om praktische, rationele zaken, zijn die gedachten heel erg nuttig. Dan helpen ze jou als sporter bijvoorbeeld bij het maken van de juiste keuze: “schiet ik die penalty links of rechts van de keeper?”

Op andere momenten zitten gedachten vaak in de weg. Die gedachten gaan bijvoorbeeld over wat er in het (recente) verleden is gebeurd. Of over wat er in de toekomst zou kunnen gebeuren: “als ik de bal nu maar niet verlies”. Wil je weten hoe je grip op die momenten krijgt en je beter kunt presteren? In deze blog vind je handige tips!

Zo goed mogelijk leren presteren

Het is belangrijk om sporters te leren, door middel van training binnen en buiten de lijnen , hoe ze mét (of ondanks) deze gedachten toch zo goed mogelijk kunnen presteren. Een wielrenner die twijfelt of hij wel of niet zal demarreren, een hockeyster die zich afvraagt of ze om de bal zal vragen. Of een korfballer die baalt van een gemist schot. En een schaatser die zich druk maakt over een valse start.

Vaak brengen dergelijke gedachten bepaalde emoties, zoals angst of spanning, teweeg. Die gedachten en emoties beïnvloeden ons gedrag. De wielrenner blijft toch maar zitten in het peloton, de hockeyster houdt zich toch maar stil, of de korfballer is boos op zichzelf en daarmee een tijdje afgeleid.

Gedachten spelen een belemmerende rol

Iedereen laat zich weleens door hun gedachten weerhouden goed te presteren. Gedachten spelen bij veel mensen een belemmerende rol:

  • je wilt iets met je baas bespreken, maar je denkt dat hij boos op je zal worden;
  • je wilt meer sporten, maar je denkt dat je dat toch niet vol zal houden;
  • je hebt een belangrijke presentatie, maar je verstand zegt je dat het op een fiasco zal uitdraaien.

Alsof ons hoofd in staat is om door een glazen bol de toekomst te voorspellen!

Neem je verstand niet altijd serieus

Om gedachten niet te veel invloed te laten hebben op je gedrag, is het belangrijk dat je je verstand niet altijd even serieus neemt. Gedachten zijn maar gedachten. Jouw ‘interne piekerfabriek’ produceert de hele dag door gedachten, maar dat betekent niet dat je er ook de hele dag in aan het werk moet zijn.

Wat kun je doen?

  1. Ga lekker naar ‘buiten’ door te ervaren wat er om je heen zoal is. Benoem ten eerste vijf dingen die je kunt zien. Benoem dan vijf dingen die je kunt horen. Benoem ten slotte vijf dingen die je kunt voelen. Wat zie, hoor en voel je? Je merkt al snel dat er veel meer is om je heen, wanneer je minder aandacht schenkt aan je verstand en meer in het hier & nu bent.
  2. Geef je verstand een naam. Bijvoorbeeld Kees, Truus of, nog beter, verzin zelf een naam. Iedere keer als Kees of Truus dan weer met een gedachte komt waar je niet op zit te wachten, dan kun je Kees of Truus bedanken voor dat ‘geweldige’ idee en aangeven dat je toch kiest voor wat je zelf wilt doen.
  3. Sta stil bij wat je echt belangrijk vindt. Met bovenstaande tips geef je jezelf wat ruimte. Ruimte om te doen wat je diep van binnen graag wilt doen. Maar wat wil je eigenlijk? Wat vind je belangrijk? Bijvoorbeeld die lastige situatie bespreken met je baas? Die belangrijke presentatie vol enthousiasme ten gehore brengen? Of in het geval van de sporters: doen wat het beste is voor jou en je team? Het is belangrijk om stil te staan bij wat je echt belangrijk vindt en op basis van die waarden te gaan handelen. Wat zou je doen met 50 miljoen euro? Wat zou je willen als je drie magische wensen mag doen? Hoe wil je herinnerd worden door je collega’s of teamgenoten? En daarna: doen!

Je bent niet wat je denkt

“If I lose the ball, I don’t waste time and energy worrying about it – I just try to win it back.” Een mooie quote van voetballer Marco Verratti. Je bent niet wat je denkt, maar wat je doet! De wielrenner die demarreert en meedoet voor de eindzege, de hockeyster die om de bal vraagt om vervolgens een beslissende pass te geven, de korfballer die zich meteen weer met het spel bemoeit en alsnog een schot raak schiet.

Meer informatie over dit onderwerp? Informeer dan naar de mogelijkheden tot het volgen van een training op het gebied van Acceptance Commitment Training (ACT) bij INTER-PSY Sport & Prestatie. Voor alle leeftijden en niveaus! Mail voor meer informatie.